29 oktober 2013 door Esther van Popta

Als adviseur Onderwijs en Onderzoek met ICT ben je het aan je stand verplicht om o.a. de ontwikkelingen op het gebied van MOOC’s te volgen. Ik doe dit op gepaste afstand en schreef hier al eerder over in Het einde van de hogeschool in zicht. Het HO in Nederland worstelt met de vraag wat ze met MOOC’s moeten. Natuurlijk kun je ervoor kiezen om hier initiatieven in te nemen zoals de TU-Delft en de UvA dat doen. Wil je het goed doen, dan kost het veel geld en het is eigenlijk alleen interessant als je je als instelling ook internationaal wilt profileren en kennis hebt die internationaal interessant en uniek is. Of je moet ervoor kiezen om een MOOC te starten om ervan te leren, maar dan nog zul je een goede business case moeten maken om de investeringen terug te verdienen. Ik denk dat we het als hogeschool over een andere boeg moeten gooien, zonder dat we het concept van een MOOC meteen afdoen als niet interessant.
Van 19-26 oktober is een groep bestuurders van hogescholen en universiteiten, het ministerie van OCW en de VSNU naar de Verenigde Staten op studiereis geweest die SURF organiseert rondom het thema open education. Via SURFspace is verslag gedaan van deze reis. Vandaag las ik het verslag van dag 6 en 7 en daarin las ik over het zogenaamde Open SUNY initiatief van de State University of New York.
Een belangrijk doel voor de komende jaren is meer studenten op te leiden in de regio New York, waar 6.9 miljoen ‘underserved adults’ wonen: 55% van de beroepsbevolking heeft geen diploma. SUNY richt zich met haar open en online onderwijs expliciet niet op een wereldwijde doelgroep, maar op een regionale doelgroep en hun eigen studenten.
Met name dit laatste is een interessant perspectief voor nederlandse hogescholen. Als ik kijk naar de HAN dan is de ambitie om verder te ontwikkelen tot een university of applied sciences: een instelling voor modern hoger beroepsonderwijs, met opleidingen die verweven zijn met:
- Praktijkgericht onderzoek
- Internationaal georiënteerd zijn
- Kennis leveren die van nut is voor de maatschappelijke en economische ontwikkeling van de regio
(uit Instellingsplan 2012 – 2016)
En waar MOOC’s van origine de idee hebben een wereldwijd publiek aan te spreken denk ik dat we als HAN het concept van MOOC’s moeten gebruiken voor onze regionale oriëntatie. Dit wordt bevestigd door onze eerdere contacten met de East Carolina University (ECU): Wat kan de HAN leren van ECU mbt online education?. Ook bij ECU bleek de grootste doelgroep van het online onderwijs te bestaan uit studenten uit de eigen regio en dan met name de groep werkend lerenden, die het online onderwijs gemakkelijker in kunnen passen in hun leven. Daarom introduceer ik bij deze een nieuw fenomeen: ROOC – Regional Open and Online Courses. Een bijkomend voordeel van de regionale benadering is de ruimte die het biedt voor het integreren van authentieke opdrachten en vraagstukken uit het werkveld in de courses, wat de online course op meerdere manieren verrijkt en een rechtstreekse verbinding met de bedrijven en instellingen uit de regio mogelijk maakt. Wanneer zullen we beginnen?
Deze tekst verscheen eerder op het HANICTO blog
Leave a Reply