Interesting Findings ECU Online Education

Op 27, 28 en 29 september hebben een aantal ICTO-adviseurs[1] de workshops van twee medewerkers van de East Carolina University (ECU) bijgewoond. In de workshops hebben Maggie O’Hara oharam@ecu.edu (College of business – assistent dean online education) en Paul Russel russelp@ecu.edu (assistant director MBA) van East Carolina University, verteld over de inrichting van Online Education op de ECU. Op basis van de workshops (en de tweets van collega’s) heb ik een lijst met ‘Interesting Findings’ (rijp en groen) voor online education opgesteld.

Interesting Findings

  • De resultaten van online studenten zijn vergelijkbaar met die van studenten in de reguliere opleiding (F2F), maar studenten die de opleiding online doen, doen er langer over om af te studeren dan F2F studenten. Dit wordt veroorzaakt door de hogere flexibiliteit. Rendementen bij online studenten liggen een stuk lager, maar de omstandigheden zijn heel anders, waardoor het idee van rendementen hier eigenlijk niet goed past. Als voorbeeld wordt genoemd: een student heeft een promotie op zijn werk en stopt daardoor met zijn MBA course. Is deze student dan een drop out?
  • Belangrijk bij online leren is het managen van verwachtingen. Hier besteden de mensen van ECU heel veel tijd aan, zowel vooraf aan een course als tijdens.
  • Zoals ECU zelf zegt: Not bright and fancy, but it works. Oftewel geen toeters en bellen, geen state of the art technologie, maar duidelijke keuze en kiezen voor dingen die werken.
  • Alle online studenten volgen eerst een intensieve introductie cursus van twee weken online. Deze pre term course wordt op blackboard aangeboden. Verplichte cursus is overigens voordat inschrijving als student definitief is; is dus gratis.
  • ECU kent een open cultuur (very open to sharing), waardoor docenten bereidt zijn elkaar te helpen. Dit is met name bij online education essentieel voor de motivatie en de kwaliteit.
  • ECU heeft standaarden voor online education geformuleerd. Een belangrijke regel is dat docenten binnen 24 uur moeten reageren op online activiteiten (vragen etc.), maar dat ook van studenten deze reactietijd verwacht wordt. De docenten worden aan deze regel gehouden. Als je geen kans hebt om te reageren, moet je dat ook even melden.
  • Alle online courses vertrekken bij Blackboard. Dit wordt gebruikt als ‘initial communicationtool’. Daaronder kunnen docenten voor andere vormen (bv. Moodle) kiezen, maar het centrale punt ligt bij Blackboard. Praktische afspraak: online courses staan ‘online’ op vast afgesproken dag (9 AM First day of class of semester). Studenten krijgen automatisch toegang tot de courses (via batch proces).
  • ECU kiest voor een vaste periode van een semester voor elke course
  • ‘Meaningful interaction’ is een verplicht onderdeel in BlackBoard- omgeving van ECU; BB biedt daar tegenwoordig VAL-achtige functies voor (overzicht van bijdragen van een student aan een discussie en mogelijkheid tot beoordeling).
  • ECU benadrukt dat het belangrijk is om een goede ‘Development education infrastructure’ voor online education op te zetten. ECU heeft een stuurgroep Online Education opgericht. Deze stuurgroep bestaat vooral uit docenten die al ervaring hebben met online teaching, maar bevat ook de Dean en vertegenwoordiging van ICT. De eindverantwoordelijkheid voor Online Education is bij 1 persoon belegd (Assistant Dean). Deze bewaakt de kwaliteit.
  • Aan het eind van het semester moet elke docent een deel van zijn cursus demonstreren aan de Dean.
  • ECU heeft een beperkte 24-uurs helplijn. Men beschikt over een sterk netwerk van begeleiding. Collega’s maken gebruik van elkaar.
  • ECU heeft geen standaarden voor het aantal uren dat docenten krijgen om een course te ontwikkelen. Het is vrij aan docenten hoe vaak deze een course herzien.
  • Voor het ontwikkelen van online courses geldt een ratio van 3:1 voor de start. Op termijn als een docent meer ervaren is en vaker de cursus aangeboden heeft gaat dit terug naar 1:1.
  • ECU selecteert ‘best courses’ en die ontvangen een award in de vorm van een vergoeding. Vervolgens geven de winnaars een seminar voor de collega’s.
  • Niet alle docenten mogen online les geven. De online lessen worden periodiek geëvalueerd. Als docenten na evaluatie blijken ‘niet online les te kunnen geven’ worden ontmoedigd om online les te blijven geven. Als ze hun cursus niet verbeteren na review raken ze hun extra beloning kwijt.
  • Elke goede docent kan leren een goede online docent zijn. Het gaat niet om de technologie maar hoe je het gebruikt
  • Er wordt veel aandacht besteed aan de training van de online education docenten. Alle docenten doen aan ‘continuing education’ en moeten continue ‘units’ verzamelen (het geven van een presentatie is bv. een unit). De scholing is verplicht.
  • De introverte docent voelt zich veel meer verbonden bij de online studenten, dan ze ooit bij F2F classes hebben gehad.
  • De reden voor ECU om te kiezen voor online education is het aanboren van nieuwe doelgroepen. Het gaat hier om een doelgroep die om wat voor reden dan ook niet in staat is om naar de campus te komen.
  • De ervaring van ECU is dat online education niet werkt bij reguliere studenten (van 18-24). Daarom worden de jonge studenten zoveel mogelijk ‘ontmoedigd’ om deel te nemen aan online courses. ECU ervaart bij jonge studenten het idee ‘out of sight, out of mind’.
  • Om toegang te krijgen tot online courses moet je als student minimaal een gemiddelde van 2,5 (van 0 tot 4) behaald hebben. ECU adviseert studenten om niet mee te doen aan online cursussen.
  • ECU wil met online education geen tijdsreductie realiseren.
  • Vanaf 2004 heeft ECU het volledig MBA programma online staan. Ze geven expliciet aan dat er 1 MBA-programma is, dat zowel online als F2F gevolgd kan worden. Studenten kunnen tijdens de opleiding switchen tussen F2F en online. Bieden een hoge mate van flexibiliteit.
  • MBA-programma is van 300 naar 800 studenten gegroeid. Het programma is internationaal geaccrediteerd.
  • ECU besteedt ook aandacht aan best practices, door awards uit te delen voor de beste courses. De betrokken docent kan hiervoor een financiele beloning krijgen.
  • Hoe blijven studenten gemotiveerd en kun je ze goed volgen? Geef studenten bijna dagelijks een opdracht, vooral om als docent te zien of ze bij blijven of het begrijpen
  • Voor een voltijd student valt het vaak tegen om volledig online te studeren omdat ze moeten terugvallen op hun motivatie
  • De ECU hanteert een kwaliteitsinstrument met criteria om de online courses te toetsen. Deze review wordt elke drie jaar uitgevoerd op de punten organisatie, interaction, assessment waarna revisie volgt. De courses/docenten worden o.a. beoordeeld op “significant interaction”. Vervolgens krijgt een docent advies over mogelijke verbeteringen.
  • De cursus wordt ook vooraf getoetst met een peer/course review instrument. Het idee is ‘get your feet wet before you plunge in the pool’. Resultaat van de review kan zijn: passes, or passed with minor revision, fails with major revision. Een docent heeft een semester om de cursus te verbeteren.
  • Een rijke mix aan leeractiviteiten is een belangrijk evaluatiecriterium voor online cursussen bij ECU.
  • De formats die ECU hanteert voor kwaliteitsbewaking volgen nog.
  • Bij ECU hebben de docenten de ervaring dat je online studenten soms beter kent door hun reacties op discussie
  • De combinatie van studenten met en zonder werkervaring, verrijkt de leerervaring voor beide groepen.
  • In Online Education ervaart ECU een rijkere ervaring dan in F2F onderwijs, omdat studenten meer antwoorden geven op vragen, studenten stellen meer vragen en discussies duren langer.
  • Soms leer je studenten online beter kennen dan F2F.
  • Studenten dragen actief bij aan discussion boards (asynchroon) omdat ze hierop beoordeeld worden en een cijfer krijgen. Deze aanpak werkt, maar kan arbeidsintensief zijn voor de docent. ECU kiest er soms ook voor om hier hogerejaars op in te zetten.
  • ECU ervaart een betere interactie online dan f-2-f omdat mensen anoniem zijn en minder verlegen.
  • ECU zet verschillende social media in om communitygevoel online cursussen te versterken.
  • Docenten moedigen studenten aan om ook vragen van peers te beantwoorden (zonder de antwoorden weg te geven)
  • ECU kiest voor twee vormen: F2F of online. In het begin hebben ze een poging gedaan om ook blended courses aan te bieden, maar ze kregen de mindsite van de studenten niet naar blended learning
  • Sommige studenten komen voor het eerst op de campus bij de diplomauitreiking. Studenten hebben geen behoefte aan samenkomen met andere studenten in een F2F setting.
  • Bij ECU hebben ze de ervaring dat er minder gespiekt wordt in de online opleiding. Deels komt dit doordat studenten elkaar niet goed kennen.
  • Online Education vraagt om flexibele toetsing. Dat wil zeggen, dat een student in principe overal examen moet kunnen. Om betrouwbaarheid te realiseren moet een student een gekwalificeerde surveillant regelen (proctor). De organisatie hiervan is complex en inmiddels geautomatiseerd. Er bestaan ook proctoring centers. Er zijn ook proctors die een ‘fee’ vragen.
  • ECU hanteert het R2D2 modelhttp://travelinedman.blogspot.com/2008/07/r2d2-book-is-out-may-force-be-with.html R2D2 model (Bonk). Het model is erop gericht om online education goed neer te zetten en bestaat uit de stappen Reading, reflecting, displaying, doing.
  • ECU kiest in online education voor communicatie via discussieborden en niet via email
  • ECU adviseert docenten om discussies frequent te volgen (reactie binnen 24 uur).
  • Een docent geeft les aan 25 studenten tegelijkertijd.
  • Online Education neemt meer ontwikkeltijd in beslag dan F2F-onderwijs. De docenten krijgen extra vergoeding hiervoor.
  • Bij ECU wordt gewerkt met weblectures. Het opknippen van weblectures in korte onderdelen werkt beter.
  • Bij ECU ervaren ze dat het toevoegen van bewegende beelden van de docent bij een weblecture studenten afleidt. Studenten vinden alleen een stem prettiger.
  • Studenten geven aan dat het meer intimiderend kan zijn om in een online leeromgeving te praten (of te presenteren) dan in een F2F omgeving.
  • Studenten denken dat het doen van een course via online educations gemakkelijker is dat Face 2 Face.
  • Zelfredzaamheid is belangrijke eigenschap om online te studeren. De introductiecursus dient ook als voorselectie.
  • ECU gebruikt naast Blackboard Saba Centra voor online synchroon contact. Het is vergelijkbaar met Adobe Connect en heeft diverse mogelijkheden. ECU gebruikt Centra voor het oefenen en beoordelen van vaardigheden op afstand, zoals presenteren.
  • Blackboard biedt rapportagemogelijkheid om bijdragen aan een discussiegroep van een student in 1 overzicht te krijgen en deze vervolgens van een cijfer te voorzien.
  • ECU gebruikt een variant op captivate: Camtasia. Hiermee kun je lessen vastleggen en deze asynchroon aanbieden. Kan bv. ook bekeken op een Ipod. Dan wel in kleine stukjes opdelen.
  • Het maken van online lesmateriaal kost veel tijd. Voor 15 minuten geldt ongeveer 1-2 uur voorbereidingstijd.

[1] Marion Keiren, Marcel Penners, Frank Thuss, Lionne vd Zande, Esther vd Linde, Wytze Koopal en Esther van Popta

Deze tekst is eerder gepubliceerd op de blog van HANICTO


Posted

by

Tags:

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *