3 toepassingen van feedback in de praktijk

peerreview

Wilfred Rubens schreef vorige week een interessante blog over drie korte video’s waarin docenten van de Universiteit van Groningen vertellen over het gebruik van feedback in het onderwijs. De eerste twee van de voorbeelden gaan over peer feedback en de laatste video gaat over het geven van feedback door de docent. In elk van de voorbeelden wordt uitgelegd hoe het proces is ingericht en wat de voordelen zijn zowel voor de studenten als voor de docent. Vanuit mijn ervaring in mijn promotieonderzoek geef ik in deze blog een aantal aanvullingen op de twee voorbeelden over peer feedback. Deze aanvullingen gaan over de inzet van ICT, de voordelen van het geven van peer feedback voor de gever, het belang van kwaliteitscriteria en het verschil tussen peer assessment en peer review.

De titel van de blog van Wilfred is ‘ICT gebruiken voor feedback’. Wat opvalt is dat de inzet van ICT eigenlijk ondergeschikt is aan de inrichting van het proces. De winst van de ICT zit vooral in de efficiency. Wat opvalt is dat ook de inzet van peer feedback in de eerste twee voorbeelden vanuit een efficiency-reden is ingezet (stijging in studentenaantallen maakt het geven van feedback ‘unmanageable’). In de eerste video wordt ook niet aangegeven hoe ICT is ingezet en in de tweede video gaat het over de distributie van de drafts en niet over de wijze waarop peer feedback wordt gegeven.

Wat ook opvalt is dat in het eerste voorbeeld wel wordt gesproken over de voordelen voor de student, maar dat deze niet zozeer gekoppeld worden aan het geven van peer feedback, maar meer aan het lezen van elkaars stukken en het ontvangen van voldoende feedback. In het tweede voorbeeld gaat de docent wel meer in op de voordelen van het geven van feedback voor de gever, namelijk dat de student door het geven van peer feedback naar zijn eigen werk gaat kijken ‘with they eyes of the lecturer’. Deze vorm van reflectie noemt Nicol ‘backward reflection’ en blijkt uit onderzoek 1 van de voordelen van peer feedback voor de gever.

In beide voorbeelden wordt gesproken over de criteria voor ‘high quality feedback’. Helaas zijn de video’s te kort om hier zicht op te krijgen. Er is veel onderzoek gedaan naar deze criteria, maar wat hierbij belangrijk is, is wat je doel met het inrichten van een feedback proces in je onderwijs. Het doel kan bijvoorbeeld zijn dat de student meer feedback ontvangt, zodat hij zijn product kan verbeteren. Het doel kan ook zijn dat studenten moeten leren ’to critically evaluate the work of others’ (voorbeeld 1). Naar mijn idee moet je je criteria voor goede feedback afstemmen op het doel van je onderwijs. In de meeste onderzoeken naar de kwaliteit van peer feedback wordt gezocht naar manieren waarop de feedback beter aansluit op wat de ontvanger ermee kan doen. Dat vraagt om andere criteria, dan als je studenten wilt leren kritischer te kijken naar het werk van de ander (en dat van henzelf).

In elk van de voorbeelden wordt gesproken over het assessment. In de meeste onderzoeken naar peer feedback wordt de feedback gebruikt als vorm van peer assessment. Studenten geven elkaar een beoordeling en onderbouwen deze beoordeling met feedback. Nadeel van deze methode is dat studenten dit liever niet doen (zie onderzoek van Liu and Carless (2007), maar ook dat je je hierbij af kunt vragen wat studenten hiervan leren en of dit aansluit bij het doel dat je als docent voor ogen hebt. Een alternatieve aanpak is peer review, waarbij feedback niet wordt ingezet om beoordeling van het werk van de peer te onderbouwen, maar om de peer verder te helpen in zijn leerproces.


Posted

by

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *