Vandaag las ik via de blog van Wilfred Rubens een artikel van Peter Pappas met als titel A Taxonomy of Reflection: Critical Thinking For Students, Teachers, and Principals (Part 1). Wilfred vergelijkt in zijn blog de taxonomie van Pappas met de reflectiecyclus van Fred Korthagen. Hij concludeert dat hij Korthagen’s cyclus completer vindt, maar vindt Pappas expliciteringen ‘Begrijpen’ en ‘Toepassen’ èn ‘Analyseren’ en ‘Evalueren’ waardevolle toevoegingen. Vanuit mijn promotieonderzoek werk ik op dit moment aan de ontwikkeling van een reflectiescore van e-PeerFeedback. Hierin vertrek ik bij het model van Wil Oonk. Ik heb hier eerder over geschreven in de definitie van reflectie. In mijn onderzoek kom ik er steeds meer achter, dat als het gaat om de toepassing van reflectie, we in de meeste gevallen de essentie missen.
Zoals ik al eerder schreef in ‘How we think (and how we reflect)‘ heeft reflectie vooral met ‘goed denken’ te maken. John Dewey zegt dat ‘Reflective thinking’ betekent het uitstellen van je oordeel (suspended judgment) en je ondertussen verder verdiepen (further inquiry). Het uitstellen van een conclusie is een belangrijke factor in het trainen van de juiste denkvaardigheden (reflectieve vaardigheden).
Oonk baseert zijn instrument o.a. op de ideeën van Donald Schön en Schön baseerde zijn werk op dat van John Dewey (The focus for Schön’s doctoral dissertation (1955) was John Dewey’s theory of inquiry – and this provided him with the pragmatist framework that runs through his later work). In zijn boek The Reflective Practitioner (1983) maakt Schön onderscheid in reflection-in-action en reflection-on-action. Naar mijn idee zijn de meeste reflectiemodellen vooral gericht op reflection-on-action en missen we door toepassing van de bestaande reflectiemodellen als die van Korthagen en Pappas in mijn ogen de essentie van reflectie: reflection-in-action. Schön noemt dit ook wel wel ’thinking on our feet’. Dit vereist ’ter plekke’ gebruik maken van je ervaring, verbinding maken met je gevoel en gebruik maken van je ’theories in use’.
De eerste stap in reflectie is ‘the occurence of a difficulty’. Dewey zegt het volgende: “reflective thought (as he calls it) is provoked by an event in one’s life that arouses a state of doubt, perplexity or uncertainty, and leads the individual to search for possible explanations or solutions”. Dit kan zijn dat er een conflict is tussen condities en een gewenst resultaat (denkdoel is om beiden congruent te maken). Of een idee over iets komt niet overeen met andere feiten. Of je zoekt een verklaring van een onverwachte gebeurtenis.
Reflectie vereist dus altijd een ’trigger’. In het onderwijs kiezen we over het algemeen voor ‘reflection-on-action’ en daar missen we dus eigenlijk een echte trigger. Deze manier van reflecteren kan wel helpen bij het uitbreiden van je repertoire aan ervaring, gevoel en ’theories in use’, maar je leert niet hoe je op het ‘moment suprême’ moet handelen.
Ik ben van mening dat het beeld van reflectie en reflecteren een herziening behoeft, willen we dat studenten leren reflecteren. Het is essentieel dat we onszelf bij al ons ‘reflection-on-action’ voor ogen houden, dat dit alles als doel heeft om ons ‘reflection-in-action’ en daarmee ons denken en handelen te verbeteren. Deze essentie wordt in de meeste gevallen vergeten en modellen als de reflectiecyclus van Korthagen en de taxonomy of reflection van Pappas werken dit misverstand helaas in de hand.
Leave a Reply