De definitie van reflectie

De uitdaging die ik met mijn onderzoek naar E-Peer Feedback en Reflectie aan ben gegaan, komt deels tot uiting in mijn definitie van reflectie. Blijkbaar ben ik niet de enige die hiermee worstelt. Ik moet nog starten met mijn literatuuronderzoek naar reflectie (en peerfeedback), maar heb me ten behoeve van de analyse van mijn steekproef, opnieuw verdiept in de definities en de achterliggende concepten.

Ik heb in mijn onderzoeksvoorstel Reflectie als onderdeel van reflectieve vaardigheden als volgt gedefinieerd:   

A student with reflective skills can reflect on his own learning and on his behavior. Reflection on learning it is all about applying theory to practical experience. In reflection on behavior (self-reflection) the reflection is focused on the effectiveness of a person in his profession.   

Voor het eerste onderdeel (reflection on learning) hanteer ik op dit moment het reflectieanalyse-model van Wil Oonk. Ik gebruik het model in eerste instantie om bestaande data (feedbackstatements van drie groepen), te analyseren op reflectieve kwaliteit. Hiervoor heb ik inmiddels een deel van de data (een steekproef) geanalyseerd en op basis van mijn ervaringen het model tekstueel wat aangepast, zodat het meer bij feedback past (Oonk analyseerde reflectieverslagen).   

Nu moet ik op zoek naar een analysemodel voor mijn tweede definitie van reflectie. Hiervoor heb ik me verder verdiept in de dissertatie van Äli Leijen, The Reflective Dancer. Zij heeft onderzoek gedaan naar het inzetten van een ICT-tool om reflectie in dansonderwijs toe te passen. Ze zegt o.a.:    

Research has already shown that web-based ICT tools can provide support for students to learn how to reflect, as using ICT can make learning processes more visible through the on-line analysis of activities (Simons, 2006). At the heart of applying reflection in practical dance classes, the tool should assist defining and achieving students’ individual learning goals, facilitate connecting methodological concepts to students’ dance style or choreography, and aid developing awareness over their learning process.   

Ook gaat ze in op de verschillende definities van reflectie. Er zijn drie benaderingen van reflectie te onderscheiden: pragmatist school of Dewey (reflection as a process of sequential phases, see also Kolb and Korthagen), frankfurt school of critical social theory (breaking down and building up; what has been learned before – the frame of reference – has to be unlearned to make room for new knowledge, skills and attitudes) and the approach developed by Procee (2006), based on Kant’s discussion between understanding and judgment.  

Leijen kiest voor de benadering van Procee. Omdat ik zoek naar een model dat past bij mijn definitie van reflection on behaviour en ik het idee krijg dat het model van Leijen hierop aansluit, ben ik me verder gaan verdiepen in Procee en Kant. Kant maakt onderscheid in de begrippen understanding en judgment. “Understanding is related to the ability to grasp logical, theoretical, and conceptual rules; judgment is related to ability to connect experiences with rules” (Procee, p. 247). As Procee argues:   

Both are important in the field of education – students have to learn existing concepts and theories in their specialty (understanding), but they also have to learn to make connections between their state-of-art knowledge and the domains of reality in which they are operating (judgment). (p. 247-248)  

These connections can occur in two ways, driven by pre-given concepts – determinative judgment – and driven by experiences – reflective judgment. 

Procee komt met een zogenaamde ‘kantian epistemology of reflection’, zie de figuur hieronder. 

 In de theorie van Kant kan ‘Understanding’ onderwezen worden, maar ‘Judgement’ is a peculiar talent which can be practised only, and cannot be taught. Als het gaat om onderwijs dan is er dus een groot verschil. Bij ‘understanding’ gaat het om ‘collective knowledge’ en bij ‘judgement’ om ‘individual insights’. In het model wordt reflectie (judgement) tegenover formal learning (understanding) geplaatst. 

Dit betekent dat docenten de reflectie van studenten kunnen faciliteren, maar dat mag niet meer inhouden dan het helpen van studenten in hun individuele leerprocessen. 

Reflectie wordt hier gezien als een domein waarin de student ontdekkingen doet gerelateerd aan zijn eigen stijl. Het 1 kan niet zonder het ander. Of zoals Procee het beschrijft:

The famous observation by Kant that ‘‘Thoughts without content are empty, intuitions without concepts are blind’’ just needs a minor amendment to be appropriate for characterizing reflection in education: ‘‘Concepts without experience are empty, experiences without concepts are blind.’’ 

Al met al is de benadering van Procee in navolging van Kant een zeer interessante, die goed past bij mijn definitie van reflectie. Ik werd vooral ook getriggerd door een uitspraak van Kant over reflectie: 

To reflect is to compare and to hold together given presentations either with other presentations or one’s cognitive power, in reference to a concept that this [activity] makes possible. — Immanuel Kant (1790). 

Dit sluit toch wel heel erg aan bij de ideeen over E-Peer Feedback in het concept van VAL.

Leijen heeft het abstracte model van Procee vertaald in een meer hanteerbaar model voor onderzoek. Zij heeft dit model echter vooral gehanteerd door docenten aan te laten geven welke soorten van reflectie zij bij studenten zien. Dit sluit dus niet aan op de analyse van de feedbackteksten die ik wil uitvoeren. Desondanks houd ik het model in mijn achterhoofd en heb ik contact met Leijen over het model en haar onderzoek. 

Vanochtend heb ik ook telefonisch contact gehad met Wil Oonk. Ik had hem vragen gesteld over het model. Wat hij aangaf naar aanleiding van mijn zoektocht naar een tweede model, is dat ik voor beide definities van reflectie mogelijk  ook heel goed zijn model zou kunnen gebruiken. De zogenaamde D-categorie bestond oorspronkelijk namelijk uit twee categorieën, te weten: ‘inspelen’ en ‘metacognitief’.  Het zou heel goed kunnen zijn dat ik met de categorie metacognitief de lading dek van mijn tweede definitie van reflectie. Ik ga hier in ieder geval verder mee aan de slag. Wordt vervolgd.


Posted

by

Tags:

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *