Slimme inzet van tech en data in onderwijs – Deel 5: digitale transformatie

Naar mijn idee zijn Technologie en Data de enablers van #onderwijs, nu en in de toekomst. In de komende tijd schets ik in verschillende blogs wat de meerwaarde zou kunnen zijn. In dit deel besteed ik aandacht aan digitale transformatie in het hoger onderwijs. In de uitwerking maak ik ook de verbinding met de strategische doelen van de HAN.

Koersbeeld en digitale transformatie

“Digitalisering en technologische innovaties veranderen de wereld snel en onomkeerbaar. […] Het werkveld heeft behoefte aan professionals die de kansen op het gebied van digitalisering en technologische transformaties van morgen mede kunnen vormgeven” Uit: Koersbeeld 2022-2028.

In het koersbeeld van de HAN wordt gesproken over drie ontwikkelingen die onze strategie bepalen: duurzame verbindingen, wendbare en reflectieve professionals en digitalisering en technologische transformaties. In deze blog wil ik vooral stil staan bij de laatste. Ik geef de voorkeur aan de term digitale transformaties, waarmee ik doel op veranderingen in organisaties als gevolg van technologie. We willen dat onze studenten hier een bijdrage aan leveren en dat betekent wat voor ons onderwijs, onze medewerkers en onze organisatie. Als we willen dat onze studenten zich ontwikkelen tot digi- en datavaardige professionals, is het belangrijk dat we ook kijken naar hoe onze eigen organisatie omgaat met technologie. In deze blog ga ik in op de digitale transformatie in het hoger onderwijs. Ik maak daarbij vooral gebruik van het ‘Dx Framework for Digital Learning in Higher Education’ van Educause.

Digitale transformatie in het hoger onderwijs

In het artikel Digital Transformation in Higher Education: 7 Areas for Enhancing Digital Learning wordt stilgestaan bij de huidige ontwikkelingen en richtingen voor digitale transformatie in het hoger onderwijs. De auteurs hebben een framework ontwikkeld dat helpt bij het bepalen van de strategie om onderwijs en leren te verbeteren met behulp van technologie. In het artikel wordt digitale transformatie gedefinieerd als:

“het gebruik van digitale technologieën om grote onderwijsverbeteringen mogelijk te maken, de ervaringen van studenten en docenten te verbeteren en nieuwe instructiemodellen te creëren door middel van beleid, planning, partnerschappen en ondersteuning”

Het Dx framework

Het framework voor de digitale transformatie in het hoger onderwijs gaat in op zeven aspecten: digitale leertechnologieën, onderwijsvormen, personeels- en ondersteunende diensten, organisatiebeleid en -planning, docentontwikkeling, studentontwikkeling en partnerschappen (zie figuur hieronder).

Ik bespreek in deze blog de zeven aspecten en verbind deze met ontwikkelingen bij de HAN.

  1. Digitale leertechnologieën

Digitale transformatie kan niet zonder technologie. De inzet van technologie kan zorgen voor het verbeteren van onderwijs en leren. In het artikel worden een aantal belangrijke technologieën genoemd:

Leermanagementsystemen (LMS): dit noemen we ook wel een leeromgeving en het omvat alle leermaterialen, modules en leeractiviteiten. Een docent kan hierin mededelingen plaatsen, online discussiëren, opdrachten plaatsen en beoordelen en feedbackprocessen faciliteren. Bij de HAN wordt nu een aanbesteding afgerond waarin we zoeken naar een opvolger voor OnderwijsOnline. We zoeken een omgeving waarmee we ons onderwijs optimaal kunnen ondersteunen.

Synchrone technologie: deze wordt gebruikt voor het realiseren van ‘real-time’ online lesactiviteiten en meetings, waarin verschillende functionaliteiten gebruikt worden die helpen om de les interactief te maken, waaronder chat, scherm delen, polls, whiteboards en breakout rooms. Bij de HAN gebruiken we hiervoor MS Teams.

Multimedia software: voor de opname van kennisclips of demonstraties bij voorkeur als onderdeel van het LMS voor de toegankelijkheid en mogelijk ook als open leermiddel. Bij de HAN zijn we recent gestart met het project open en digitale leermaterialen.

Samenwerkings software: web- of cloud based software waarmee studenten samen kunnen werken aan documenten en presentaties en samen kennis ontwikkelen. Bij de HAN zien we ook steeds meer samenwerkingsvormen in de driehoek (onderwijs, onderzoek en werkveld). Voor de eenvoudige vormen van samenwerking binnen de instelling wordt MS Teams gebruikt. Voor vormen van kenniscreatie over de grenzen van de instelling heen zijn we nog zoekende naar passende oplossingen.

Nieuwe technologieën: Artificial intelligence (AI), extended reality (XR), augmented reality (AR), virtual reality (VR) en learning en data analytics zijn ‘nieuwe’ technologieen die nieuwe onderwijsvormen en leerervaringen mogelijk maken. Binnen verschillende HAN-opleidingen en lectoraten worden vormen van virtual reality ingezet in het onderwijs en onderzoek zoals bij vaktherapie en iXperium Health of de sociale robot Tessa bij de opleidingen Social Work en Ergotherapie. AI met als actueel voorbeeld Chat GPT ontwikkelt zich zeer snel en heeft impact op ons onderwijs, toetsing en leren. Meer informatie over wat we met AI doen vind je hier.

Dit zijn de voornaamste technologieën voor het hoger onderwijs, maar het is geen volledige lijst. Wat hier nog mist is de ondersteuning van digitaal toetsen. Het is belangrijk dat we vanuit de instelling nadenken over de mogelijkheden van technologieën en afwegen wat de meerwaarde is en wat het kost voordat we kiezen om de technologie aan te schaffen en in te zetten. Ook moeten we goed kijken naar onze infrastructuur in hoeverre deze geschikt is om digitaal onderwijs en leren te ondersteunen.

  1. Onderwijsvormen

Onderwijs kan in verschillende vormen worden aangeboden. Bij de HAN is het de bedoeling dat we alle studenten een aantrekkelijke studieroute bieden. Een studieroute die past bij wie ze zijn en willen worden. Bij wat ze al kunnen en nog te leren hebben. Bij de mate en de soort begeleiding die ze nodig hebben. En bijvoorbeeld bij de ruimte in hun agenda of de verdieping en verbreding die ze zoeken.

In combinatie met de mogelijkheden van technologie kiezen we voor Blended Leren dat wil zeggen een optimale mix van fysieke leeractiviteiten en leeractiviteiten gebaseerd op digitale technologie die kunnen plaatsvinden in verschillende leeromgevingen (online, campus, de werkplek, de samenleving) waarin deze mix van leeractiviteiten elkaar versterken door onderlinge samenhang (zie figuur hieronder).

Lees meer over waarom de HAN inzet op Blended Leren en over de ontwerprichtlijnen en randvoorwaarden in De HAN kiest voor Blended Leren.

  1. Personeels- en ondersteunende diensten

De inzet van technologie ten behoeve van blended leren vraagt om extra investeringen in ondersteunende diensten en  personeel. Net als de studenten ontwikkelen onze medewerkers zicht tot digi- en datavaardige professionals. Daarvoor gaan we de komende jaren de professionalisering verder inrichten. Daarnaast vraagt een succesvolle digitale transformatie in het onderwijs om de volgende diensten en expertises:

Instructional designers: voor het ontwerp van blended vormen van onderwijs is het wenselijk dat docenten samen optrekken met instructional designers met kennis van leertechnologie en het ontwikkelen van online leermaterialen.

Specialisten technologische ondersteuning: voor het beheer van netwerken en technologieën en waar mogelijk 24/7 maatwerk ondersteuning voor studenten en docenten.

Student ondersteunende diensten: behoefte aan toegang tot leerbronnen (studiecentra) zal intensiveren bij meer digitale vormen van onderwijs, maar ook aan studentzaken zoals inschrijving en studieloopbaanbegeleiding worden andere eisen gesteld bij meer digitalisering van onderwijs.

Erkennen en waarderen: een idee is om docenten die zich extra inzetten voor onderwijsinnovaties een extra waardering te geven, evt. in de vorm van (financiële) ruimte om te experimenteren met technologie en te integreren in hun onderwijs. Zie verderop bij docentontwikkeling.

  1. Beleid en planning

Als een instelling kiest voor digitale transformatie moet je voorbereid zijn om sturing te geven aan onderwijsinnovaties met technologie en de ondersteuning hiervan met een onderzoeksmatige aanpak.

Beleid: onderwijs met technologie vraagt nieuw beleid en centrale afspraken. Bv. de keuze voor digitaal toetsen vraagt om aanvullende en andere afspraken dan toetsen zonder technologie. Op dit moment werken we aan HAN brede afspraken voor digitale toetsing.

Strategie: de digitale transformatie moet onderdeel zijn van de strategische planning en docenten moeten hierin meegenomen worden. In een eerdere bijdrage schreef ik al over EdTech en innovatieruimte. Bij de HAN kiezen we voor de componentgerichte gedachte als het gaat om het ICT landschap voor onderwijs (onderzoek) en leren, wat wil zeggen dat we een aantal basissystemen gebruiken, zoals een digitaal toetssysteem en een leermanagementsysteem en daarnaast zoeken naar manieren om ook de specifiekere leertechnologie (EdTech) hierin een plek te geven. Dit vereist experimenteerruimte. Docenten (en studenten) moeten de ruimte krijgen om nieuwe technologieën uit te proberen, om van te leren en om er achter te komen wat wel en niet werkt, zodat de succesvolle experimenten vervolgens een plek kunnen krijgen in het ICT-landschap en ook voor onderwijs aan studenten ingezet kunnen worden.

Toegankelijkheid: het is belangrijk dat alle studenten evenveel mogelijkheden hebben tot het onderwijs, ook de digitale vormen (hardware, software en internet toegang) en dat geldt ook voor studenten met een beperking. Beleid moet ervoor zorgen dat er geen sprake is van een digitale kloof.

  1. Docentontwikkeling

In de lockdown periode moesten docenten die nog geen ervaring hadden met online lesgeven zich snel aanpassen. Er was amper tijd voor scholing en training. Als gekozen wordt voor digitale transformatie van het onderwijs, zal de instelling moeten zorgen voor passende trainingsmogelijkheden en voldoende middelen en tijd. Het gaat om didactische, pedagogische en technologische skills en kennis van toegankelijkheid, intellectueel eigendom en best practices van online en blended onderwijs. Het is essentieel dat we nu de juiste keuzes maken, zodat de kwaliteit van de nieuwe onderwijsvormen beter is dan tijdens de lockdowns.

Digi- en datavaardig: docenten (en medewerkers) moeten de ruimte krijgen om didactische, pedagogische en technologische vaardigheden te ontwikkelen en leren hoe ze blended onderwijs moeten ontwerpen. Het is belangrijk dat trainingen gevarieerd zijn en structureel. Bij de HAN is het ontwikkelen van digi- en datavaardige professionals (studenten en personeel) 1 van de strategische doelen in het koersbeeld, zie deze animatie. We ontwikkelen onder ander een profiel met competenties voor docenten, een scholingsaanbod en een kennisinfrastructuur.

Toegankelijkheid: het is belangrijk dat het onderwijs dat ontworpen wordt ook toegankelijk is voor studenten met een beperking. Dit kost extra tijd (die ruimte moet er zijn) en stelt ook andere eisen aan de ondersteuning vanuit ICT en instructional designers.

Intellectueel eigendom en auteursrechten: het is belangrijk dat als onderdeel van de training van medewerkers ook aandacht besteed wordt aan de regels van intellectueel eigendom en auteursrechten van digitale leermaterialen. Bij de HAN vragen we in het bijzonder aandacht voor het ontwikkelen van open digitale leermaterialen.

  1. Student ontwikkeling

De digitale transformatie van het onderwijs in de vorm van blended leren biedt studenten de mogelijkheid zich te ontwikkelen tot digi- en datavaardige professionals zodat ze kunnen  bijdragen aan doordachte en verantwoorde digitale transformatie in de samenleving. Vanuit het koersbeeld werken we aan een profiel voor digi- en datavaardigheid en vaardigheden voor het mede vorm geven van de digitale transformatie.

Computers en internet toegang: om aan blended onderwijs te kunnen meedoen moeten studenten toegang hebben tot het onderwijs. Als instelling moeten we oog houden voor een eventuele digitale kloof.

Time management en zelfregulatie: digitaal leren betekent flexibiliteit (leren waar en wanneer je wilt), maar dat vraagt van een student dat hij zelfsturend kan leren en zijn tijd kan managen. Het is belangrijk dat studenten hierin ondersteund worden zodat ze dit kunnen ontwikkelen.

Hulp: het is belangrijk dat studenten hulp kunnen krijgen als dat nodig is bij online leren, zoals bv. een helpdesk of een online instructeur.

Community building: in geval van digitale leervormen is het belangrijk dat studenten de mogelijkheden krijgen om sociale communities te ontwikkelen. Zeker bij online leren zijn sociale contacten belangrijk voor het leren, maar ook bij blended leren is het bouwen van een online community belangrijk voor het succes.

Multidisciplinair: de ervaring leert dat het vaardigheden die nodig zijn om vorm te kunnen geven aan domeinspecifieke digitale transformatie het beste in een multidisciplinaire leeromgeving geleerd kunnen worden. Dit vraagt om de verbinding tussen onderwijs, onderzoek en werkveld, zie ook bij Partnerschappen.

  1. Partnerschappen

Het is het overwegen waard om samenwerkingen aan te gaan met andere partijen voor de ontwikkeling van digitale vormen van onderwijs.

Met andere instellingen: er zijn verschillende mogelijkheden om samen met andere instellingen (open en) digitale leermaterialen en vormen van onderwijs te ontwikkelen. Dit vraagt om het aangaan van partnerships met andere instellingen. Landelijk start dit jaar het Npuls traject waarin gewerkt wordt aan een landelijke kennisinfrastructuur. Elke instelling krijgt om te beginnen de opdracht om een Center for Teaching & Learning te starten. Bij de HAN bereiden we deze voor, zodat we ook kunnen participeren in de landelijke kennisdeling.

Met professionele organisaties: samenwerking met professionele organisaties op het gebied van leertechnologie kan het onderwijs van instellingen op een hoger niveau brengen. Een punt van aandacht hierbij is wel de zorg voor de bepalende rol van deze organisatie. Hoe borgen we de veiligheid, autonomie en inclusie, terwijl aan de andere kant de afhankelijkheid van dominante commerciële partijen groeit.

Samenwerken in de driehoek: naast het samen ontwikkelen van onderwijs, is het ook mogelijk om studenten in de driehoek van onderwijs, onderzoek en werkveld samen te laten leren, werken en onderzoeken met de slimme inzet van technologie. In het koersbeeld van de HAN noemen we dit duurzame verbindingen. Studenten kunnen hiermee al tijdens hun opleiding een bijdrage leveren aan digitalisering en technologische transformaties in het werkveld.

Deel 1, 2, 3 en 4 van deze serie zijn hier te lezen: Learning Analytics, DLWO van de toekomstde Persoonlijke leerreis en EdTech en innovatieruimte

Deze tekst verscheen eerder op de HANICTO blog


Posted

by

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *